Auteur: Alinda van Bruggen
De relatie tussen (met name de lokale) overheid en burger is snel aan het veranderen. Onder andere in het sociaal domein, maar ook bij de invoering van de Omgevingswet, staat de gemeente voor uitdagende keuzes over hoe zij het samenspel met de burger opnieuw wil gaan vormgeven. Hoe kan de gemeente bijvoorbeeld nog beter inspelen op initiatieven uit de samenleving? Wie is aan zet om in gesprek te gaan met inwoners: het college of de raad? En wat betekent dit voor de rol van een gemeenteraad? Gaandeweg zullen gemeenteraden, maar ook colleges en ambtelijke organisaties, voor zichzelf moeten uitvinden wat in hun gemeente passende antwoorden op vragen als deze zijn. Om gemeenten hierbij te ondersteunen, hebben het Ministerie van BZK en de VNG in 2018 het Testlab Lokale Democratie georganiseerd, waar negen gemeenten aan hebben deelgenomen. WagenaarHoes heeft de gemeenten Oude IJsselstreek en Voorst mogen begeleiden in het experimenteren met nieuwe vormen van lokale democratie.
Voorst en Oude IJsselstreek zijn erg interessante gemeenten gebleken. In het begin van het traject werd in elke gemeente een ‘foto’ van de lokale democratie gemaakt, waarbij de verschillende perspectieven van inwoners, raad, college en ambtelijke organisatie op zichzelf en elkaar in beeld zijn gebracht. Uit de foto bleek dat hoewel de werkwijzen en rolopvattingen in beide gemeenten op een aantal belangrijke punten verschillen, in beide gemeenten een verlangen speelde om de relatie tussen inwoner en gemeente te verbeteren. In Voorst werkt men volgens het ‘Voorster model’, waarbij beeldvorming, meningsvorming en besluitvorming van elkaar gescheiden worden. Hoewel dit model op grote tevredenheid kan rekenen, wil men wel op zoek naar mogelijkheden om de creativiteit van de inwoner nog beter aan te spreken en besluiten beter te verantwoorden. Dit met het doel om tot inhoudelijk betere en breder gedragen besluiten te komen. In Oude IJsselstreek hebben de raadsleden juist de ambitie om zelf actiever te worden richting inwoner, en – anders dan in Voorst – juist vroeg in het besluitvormingstraject het samenspel tussen inwoner en raad op touw te zetten. Zo wil men uitvinden hoe inwoners nog meer uitgenodigd kunnen worden om zelf initiatief te nemen, en wat hierin de rol van de gemeente dan is.
Een hoogtepunt in het traject was een gezamenlijke sessie met beide raden, waarin de raadsleden geconfronteerd werden met elkaars perspectief. Raadsleden konden daar bij een discussie tussen de burgemeesters en het oplossen van een fictieve casus ‘overlopen’ naar het andere model als ze daar aanleiding toe zagen. Na een aantal wisselingen eindigden uiteindelijk (bijna) alle raadsleden toch bij het eigen model, waarbij ze wel bewuster zijn geworden van de eigen voorkeuren, overtuigingen en lokale cultuur, maar vooral ook hoe het ook anders kan. Bijna, want 1 raadslid van de gemeente Voorst sprak de ‘niet moeilijk doen-mentaliteit’ van Oude IJsselstreek ook wel aan, tegenover de sterk procesgerichte benadering van de Voorster raad. Het leverde voor alle raadsleden een mooie en kritische reflectie op de eigen werkwijzen op. We kunnen andere gemeenteraden zeer aanraden om ook eens een kijkje in de keuken te nemen bij een andere gemeente.
Het traject heeft in deze twee, maar ook in de zeven andere gemeenten, waardevolle lessen opgeleverd over het functioneren van de lokale democratie. We hebben gemerkt dat het erg nuttig kan zijn om, los van de dagelijkse beslommeringen, kritisch te kijken naar het functioneren van de eigen lokale democratie. In zowel Oude IJsselstreek als Voorst wordt ingezet om de lessen die dit heeft opgeleverd, niet verloren te laten gaan met de raadsverkiezingen. In Oude IJsselstreek heeft dit een mooie set aan spelregels opgeleverd voor de nieuwe raad, en in Voorst worden ‘exit-interviews’ gehouden om ervaringen en leerpunten van oude raadsleden en inwoners goed mee te kunnen geven aan de nieuwe raadsleden. Dit zijn slechts enkele manieren om met vernieuwing van de lokale democratie aan de slag te gaan. Maar welke manier ook gekozen wordt, een kritische oriëntatie op het functioneren van de democratie kan zeker met het oog op de Omgevingswet ook in andere gemeenten veel nut hebben.