Bij iedere functie horen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. In het publieke domein gaat het daarbij om taken van maatschappelijk belang en om publieke middelen die daarvoor beschikbaar worden gesteld. Dat legitimeert een normatieve blik op hoe met die taken en middelen wordt omgegaan. Wij bepleiten daarom een explicitering danwel herwaardering van een aantal algemene beginselen van behoorlijk organiseren voor het publieke domein.
Misschien lijkt het niet nodig om stil te staan bij algemene beginselen van behoorlijk organiseren, maar het zijn geen open deuren. Onze waarneming is dat er juist rond deze basisbeginselen veel mis gaat. Er is de afgelopen paar jaar veel en vaak verontwaardigd geschreven over allerlei knelpunten bij de uitvoering van overheidstaken. Denk aan de aardbevingsschade en het haperen van de hersteloperaties, stagnatie bij het CBR, problemen in de jeugdhulp… Om van de toeslagenaffaire nog maar niet te spreken. Terecht wordt dan doorgaans verbetering gevraagd. En die wordt doorgaans ook haastig toegezegd, waarna de actieplannen en daadkrachtige aanpakken vaak over elkaar heen buitelen, maar er uiteindelijk slechts zelden fundamentele verbeteringen worden doorgevoerd.
Fundamentele verbetering gaat wat ons betreft over ‘gewoon’ behoorlijk organiseren om de publieke taken doeltreffend en doelmatig te kunnen uitvoeren. Daarvoor geldt een aantal algemene beginselen, die eigenlijk vanzelf spreken, maar helaas lang niet altijd vanzelfsprekend worden toegepast of herkend. En ja, ook politieke druk speelt daarbij een rol, maar wie alleen daarnaar kijkt gaat voorbij aan organisatorische hygiënefactoren die juist een tegenkracht kunnen vormen. Want als het bieden van loyale tegenspraak alleen op lef moet drijven, maken we ons onnodig afhankelijk van individuele moed en leiderschap. Behoorlijk organiseren gaat om het creëren van een speelveld, rolverdeling, spelregels en werkwijzen die helpen om de goede dingen goed te doen.
In de afgelopen decennia is er gelukkig best veel aandacht geweest voor algemene beginselen van behoorlijk bestuur en ‘good governance’ codes. Die zijn ook bij de meeste bestuurders en managers in het publieke domein redelijk bekend. Des te wonderlijker is het dat er nauwelijks aandacht is geweest voor beginselen van behoorlijk organiseren. Immers, niet alleen voor bestuur en governance geldt dat er eisen gesteld mogen worden. Waar met publieke middelen wordt gewerkt aan de realisatie van maatschappelijke doeleinden, mogen ook eisen gesteld worden aan hoe dit georganiseerd wordt.
Beginselen van behoorlijk organiseren, wat zijn dat en wat hebben we daaraan?
De algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die we allen kennen, bieden de individuele burger bescherming tegen onrechtvaardig of onevenredig overheidshandelen. De algemene beginselen van behoorlijk organiseren kunnen worden gezien als principes waarmee kan worden voorkomen dat de samenleving tekort gedaan wordt doordat publieke middelen voor andere dan de gestelde doelen of onnodig ondoelmatig worden ingezet.
Wie hoopt dat de algemene beginselen van behoorlijk organiseren als een recept te gebruiken zijn, waarbij het netjes opvolgen van een aantal helder omschreven stappen gegarandeerd tot succes leidt, moeten we teleurstellen. De beginselen van behoorlijk organiseren bieden geen concrete aanpak, maar zijn wel heel praktisch toepasbaar. Als analysekader voor hardnekkige, soms al lang vastzittende problemen in een organisatie, waarmee oplossingen op andere niveaus zichtbaar kunnen worden. Als begrippenkader dat het mogelijk maakt om sneller te herkennen en bespreekbaar te maken wanneer er iets ontspoort in een organisatie. Als afwegingskader voor managers die moeten balanceren tussen vaak onverenigbare waarden.
De beginselen van behoorlijk organiseren gaan daarmee over een belangrijk maar zelden beschreven deel van de werkelijkheid. Over het deel dat door sommigen van onze meedenkers aangeduid wordt als ‘het gat tussen beleid en uitvoering’, ‘de blinde vlek in de beleidscyclus’ of ‘een abstractieniveau tussen ethiek en managementtheorie’. In dit zelden beschreven gebied blijken soms nieuwe woorden of concepten nodig te zijn om aan te duiden wat we zien, of is het nodig om de betekenis van bekende woorden uit te breiden. Dat kan even verwarring opleveren bij eerste lezing of bespreking. We nodigen u graag uit om juist dan toch met ons mee te kijken naar wat zich afspeelt; en om zo mogelijk betere taal aan te reiken.
Basis in praktijkervaring en wetenschap
De elf beginselen die wij in deze voorzet behandelen, zijn niet gebaseerd op één specifiek model of specifieke benadering. Wij hebben deze beginselen geformuleerd op basis van enerzijds vakliteratuur en wetenschappelijke inzichten en anderzijds decennialange advies- en praktijkervaring in het (semi)publieke domein. De vakliteratuur en wetenschappelijke inzichten waaruit wij putten komen vanuit onder meer de organisatiekunde, bestuurs-, bedrijfs- en beleidskunde, organisatiesociologie, -psychologie en -ethiek. De praktijk- en advieservaring die onze blik gevormd hebben, zijn niet alleen die van onszelf, maar ook van vele collega’s die ons daarin – recent en in het verleden – waardevolle inzichten hebben meegegeven.
Dank voor feedback
We realiseren ons dat we een nogal ambitieus project gestart zijn dat niet kan slagen zonder kritische reflecties en feedback vanuit zowel praktijk als wetenschap. We zijn daarom erg blij dat een groot aantal deelnemers tijdens het symposium hierover met ons in gesprek wil gaan, maar ook dat een groot aantal mensen bereid is gebleken om ook verder met ons mee te denken. Wij hebben hun feedback nog lang niet volledig kunnen verwerken in deze versie van de beginselen. In het boek dat nog volgt zullen wij hun suggesties en die van u proberen recht te doen.
Daarnaast zijn we erg blij dat we enkele gemeenten (Gouda, Almelo en Delft) bereid gevonden hebben om deel te nemen aan een casestudy, waarbij we samen met het management en een afvaardiging uit de organisatie aan de hand van de beginselen onderzoeken wat goed gaat en wat beter kan.
Ook input van anderen blijft natuurlijk welkom. Vanzelfsprekend zijn alle tekortkomingen in onze voorzet voor een set algemene beginselen van behoorlijk organiseren voor onze rekening.